Claes Douwes en zijn nageslacht; Leeuwarden, 1600 tot 1800
Van de acht zonen van Douwe Jans Westerhitzum moet Claes Douwes één van de ouderen zijn geweest. Diens zoon Jan Claesen trouwde in 1607 in Leeuwarden. Hij zal toen gauw een twintig jaar zijn geweest, en derhalve niet later geboren zijn dan in 1587. Dit plaatst de geboorte van zijn vader op niet later dan 1567.
Terwijl omtrent zijn broers Gerardus, Jan en Dominicus vrij veel materiaal ter beschikking kwam, is onze kennis ten aanzien van Claes Douwes uiterst beperkt gebleven. Uit vernoemingen, gecombineerd met bekende familierelaties, kan worden afgeleid dat hij de zoon van Douwe Jan Westerhitzum en de vader van Jan Claesen moet zijn geweest. Hijzelf is in de archieven niet teruggevonden; of er naast Jan meer kinderen waren en wie zijn vrouw was, bleef onbekend. De benoemingen van de kinderen van Jan Claesen geven de indruk dat deze een broer Douwe heeft gehad en wellicht een broer Cornelis. Of deze laatste identiek is met Cornelis Claszen, “timmerman van Franeker”, wiens voorgenomen huwelijk met Jantien Hessels van Leeuwarden daar in 1638 werd geproclameerd, viel niet vast te stellen.[1]
Dit is echter nog het makkelijke deel van het geslacht Claes Douwes! Onder de navorsers van de familienaam Winsemius heeft een levendige discussie gewoed of het mogelijk zou zijn om de drie nu nog bestaande takken Winsemius/Wessemius met elkaar te verbinden. Maanden, jaren zelfs hebben vooral Pake Pieter en zijn zoon Albert besteed aan het gedetailleerd uitspitten van de archieven in Leeuwarden, de kop van Overijssel en het Drentse gebied rond Smilde. Veel viel op zijn plaats maar zelfs op dit moment is het noodzakelijk om tot drie maal toe te speculeren bij het leggen van verbindingen.
Rond 1995 was Albert Winsemius, met een knipoog, zeker van zijn zaak: zoals het hier beschreven is, zo moet het zijn. Het is slechts een kwestie van tijd en veel geluk om over de werkelijke gegevens van de drie ontbrekende voorvaderen te struikelen. Twee heetten er Jan en één Sybren. Hun namen zijn bekend alsmede hun voor- en nazaten. We moeten ze alleen nog maar “vinden”.
Laat dit hoofdstuk echter ook een uitdaging zijn voor latere navorsers. Elke genealoog heeft recht op zijn “missing links”. Zij beproeven het geheugen en toetsen de creatieve vermogens. Een nog betere speculatie kan alles op zijn kop zetten. Zo blijft er leven in de stamboom Winsemius.
[1] (Deze Cornelis Klasen Timmerman komt ook voor in een Tegenbericht op de Remonstrantie van de stad Franeker van 5 september 1657. Doctor Joh. Verhel “committeert” dan een aantal lieden waaronder “Cornelis Klasen Timmerman syn naaste Buirman, en Confrater in aanneminge van verscheiden Lands en Particuliere Wercken.” Johannes Verhel was overigens advocaat bij het Hof van Friesland en werd in 1657 aangesteld als Academie bibliothecaris. Bron: De Tegenwoordige Staat van Friesland, deel II, blz. 482, zie ook blz. 497.)