De familiegeschiedenis en genealogie van de familie Winsemius
Zoeken

5. Albertus de schoolmeester

5. Schooldienaar en dorpsrechter

Albertus Winsemius; Ferwoude en Firdgum, 1730 tot 1780

Albertus – voor vrienden en bekenden Bart – is een van de grote namen in onze familiegeschiedenis. Wij weten veel van hem, maar hij is ons vooral zeer nabij door het prachtige boekje dat Pake Pieter over hem schreef, “Deiboek fan Albertus Winsemius”.

Het boekje is in feite de verzameling van de “dagboekverhalen”, die Pake Pieter in de jaren 60 van de vorige eeuw met veel kennis en een groot inlevingsvermogen over zijn rechte-lijn voorvader schreef in de dorpskrant van zijn geboorteplaats, Barradiel Meiinnoar ien. Geheel zonder reden was dit niet: het genealogisch onderzoek naar onze voorouders is lang vastgelopen op Albertus.  Er waren wel veel oudere namen bekend en het aantal speculaties was enorm, maar het lukte pas kort daarna de koppeling met zekerheid te leggen. Pake Pieter heeft dus tijdenlang het enige gedaan wat een serieuze sneuper mogelijk is: hij groef zich in in de persoon Albertus en wilde alles weten over hem en zijn omgeving. In de hoop ergens het losse eindje te vinden dat alle twijfels weg zou nemen.

Met Albertus Winsemius bereiken we ook een periode in de ontwikkeling van het geslacht, waarin het genealogisch onderzoek wordt gesteund door overlevering van ouders op kinderen. Tussen de reeks Ds. Dominicus Vinsemius – Johannes Vinsemius – Pieter Winsemius en diens zoon Wicherus enerzijds en het daarop volgende geslacht beginnende met Albertus anderzijds ligt een zodanige breuk dat uit de eerste in het geheel niets is overgeleverd. De belangrijkste reden daarvan zal wel zijn, dat Albertus slechts een paar jaar oud was toen zijn vader Wicherus overleed. Blijkbaar lag het verleden zo ver af, dat hij zijn oudste zoon niet Wicherus, maar Pierius noemde. Of was het wellicht de “glamour” van de naam van de geschiedschrijver Prof. Pierius Winsemius die daarbij een rol speelde? Vermoedelijk niet. Wanneer deze oudste zoon Pierius (1763-1834) overlijdt, geven de nabestaanden blijkens een Register van Overledenen in Barradeel op “Pierius Alberts, zn. van Albertus Pierius”. De breuk met het verleden was blijkbaar zo groot, dat zelfs de naam van de overgrootvader Wicherus was vergeten.[1]

Bernardus (Alberts) Winsemius (1843-1921) wist evenwel uit de familieoverlevering te vertellen dat zijn overgrootvader een Albertus was geweest, schoolmeester in Firdgum, dat deze Albertus in het Vossebos – aan een voetpad van Tzummarum naar Firdgum: “in gefaerlike modderdyk by nacht en ûntij,” zo herinnerde Pake Pieter het verhaal van zijn vader – was verdronken, en dat hij eens in verband met de berechting van een moord in de publiciteit was geweest.[2] Behoudens de dood door verdrinking, wat niet kon worden gecontroleerd, bleek de overlevering juist te zijn. Niet in één, maar zelfs in twee moordzaken trad hij als getuige op.

Maar laten we het familieverhaal systematisch aanpakken. Gezien het belang van Albertus voor allen die van Pake Pieter’s verhalen hebben genoten – hij kon er tot op zeer late leeftijd buitengewoon kleurrijk over vertellen – hebben we in de volgende tekstblokken een onderscheid gemaakt tussen de periode van 1725 tot 1766, dat hij opgroeide en met zijn jong gezin schoolmeester was in Gaast en Ferwoude, en de periode 1766 tot net na 1800 toen hij met zijn familie neerstreek in het kleine dorp Firdgum, ten noorden van Franeker aan de Waddendijk gelegen. Tot slot volgen nadere gegevens over de weduwe en de kinderen van onze illustere voorvader.


[1] Het geheel wordt nog complexer indien ook de naamgeving van Albertus zelf daarin wordt betrokken.  Het meest waarschijnlijk lijkt dat hij is vernoemd naar zijn overgrootvader aan moeders zijde.  Vader Wicherus werd vernoemd naar zijn moeder Wiegertien van Groenenbergh, wier vader Wessel Alberts afstamde van Albert Wessels (rond 1613 tot circa 1662) en daarvoor Wessel Alberts (vermeld te Meppel in 1577).*  Logischer ware geweest als de kleine Albertus zou zijn vernoemd naar één van zijn grootvaders:  Pieter (Petrus, Pierius) of ……… of desnoods naar een oom (bijvoorbeeld ……….).  In plaats daarvan werd hij kennelijk vernoemd naar zijn oudoom Albertus Wessels Groenenbergh, die op zich weer vernoemd was naar zijn grootvader.  Indien deze veronderstelling juist is, werd ook hier de generatie van vader Wicherus gepasseerd.
* Gens Nostra (april/mei 1990), blz. 218 e.v.

[2] Mogelijk gaat het om de Tilledijk, die toen de Boslaan werd genoemd. Het pad is pas in het begin van de 20e eeuw verhard en voor die tijd waren de wegen, zeker bij voortdurende regen, nauwelijks begaanbaar.